- De kleur van de ogen van een baby wordt voornamelijk bepaald door de genetica (erfelijkheid).
- Niet alleen de oogkleur van de biologische ouders is van belang, maar ook de chromosomen (genetische opmaak).
- De kleur van de ogen van de baby wordt veroorzaakt door het pigment melanine.
Wanneer aanstaande ouders uitkijken naar hun kind, rijzen er veel vragen. Een aspect dat veel ouders bezighoudt, is de kleur van de ogen van de baby. In dit artikel leest u welke oogkleur veel baby’s met een lichte huidskleur hebben, of en wanneer een verandering van oogkleur kan optreden en hoe het proces van overerving van oogkleur bij baby’s verloopt.
Inhoudsopgave
1. wanneer de kleur van de ogen van de baby wordt bepaald
Bij de geboorte van pasgeboren baby’s kijken de gelukkige ouders meestal of alle tenen en vingers intact zijn en of de baby er gezond uitziet. Ze letten ook zeker op de ogen.
Het ligt in de aard van veel mensen om hun tegenhanger in de ogen te kijken, ook om de ander beter te kunnen beoordelen.
De kleur van de ogen is voor veel ouders belangrijk, ook omdat zij het zien als een kenmerk van de familie of als een individueel belangrijk kenmerk van het kind, als een uitdrukking van zijn karakter.
Tegelijkertijd is de oogkleur van de baby bij de geboorte nog niet volledig ontwikkeld. De oogkleur krijgt pas zijn definitieve vorm in de periode vanaf de vierde maand na de geboorte. De oogkleur verandert dus.
De kleur van de ogen van de baby wordt veroorzaakt door het pigment melanine. De meeste pasgeborenen met een lichte huidskleur hebben relatief weinig van het pigment melanine, zodat hun ogen er lichtblauw uitzien. Bij pasgeborenen met een donkere huidskleur is de oogkleur meestal lichtbruin. Er zijn echter ook pasgeborenen met een lichte huidskleur bij wie de ogen vanaf het begin bruin zijn – en dan meestal bruin blijven.
Tip: De ontwikkeling van de oogkleur bij baby’s begint 3 maanden na de geboorte, dus vanaf de vierde levensmaand. Het duurt ongeveer één tot twee jaar voordat het definitief is vastgesteld.
2 Erfelijkheid beïnvloedt de kleur van de ogen van een baby
Als u geïnteresseerd bent in genetica, die onze lichamelijke kenmerken bepaalt, bent u wellicht bekend met de twee termen“dominant” en“recessief”.
Dominant betekent een bepaald overwicht van een eigenschap. Recessief daarentegen duidt op het tegenovergestelde, namelijk de eigenschap van een eigenschap dat deze door andere eigenschappen kan worden overstemd.
De kleur van de ogen van de baby is als volgt opgezet: Het kenmerk van blauwe ogen is niet bijzonder sterk in zijn bewering. Daarom wordt dit kenmerk vaak verdrongen door een ander, bijvoorbeeld de oogkleur bruin. Wanneer dus een blauwe en een bruine eigenschap “vechten” om later tot uiting te komen in verband met de oogkleur, zal bruin waarschijnlijk het resultaat zijn (maar niet altijd). Daarom is de bruine eigenschap dominant in de oogkleur bij de baby.
Deze basisregel moet echter niet worden beschouwd als een vaste regel. Hij geldt niet zonder beperkingen, want dat zou betekenen dat alle baby’s die een ouder met bruine ogen hebben, ook bruine ogen moeten hebben. Dit is vaak het geval, maar niet altijd. Niet elke oogkleur bij een baby kan worden gerechtvaardigd of bepaald door zo’n eenvoudig begrip van kruising.
Genen, d.w.z. onze genetische informatie, spelen ook een beslissende rol. Als deze in zeer specifieke formaties voorkomen, kunnen zelfs feitelijk recessieve eigenschappen leiden tot de latere ontwikkeling van de oogkleur.
3 De chemische basisstof voor de kleur van de ogen
De kleur van de ogen van de baby, of preciezer gezegd de kleur van de iris, wordt bepaald door het kleurpigment melanine. Deze melanine is bruinzwart, maar het is niet de kleur maar de precieze hoeveelheid die de eigenlijke kleur bepaalt. Melanine neemt wit licht in bepaalde golflengten op of reflecteert het. Hierdoor ontstaan de drie meest voorkomende oogkleuren bij baby’s (blauw, bruin, groen), maar ook alle kleuren daartussen en hun mengsels.
De iris in het oog bestaat uit twee lagen weefsel. Aan de voorkant zit het stroma en daarachter het pigmentepitheel. De hoeveelheid melanine in het stroma, die van persoon tot persoon verschilt , zorgt bij baby’s voor de oogkleur. Bij baby’s ontbreekt het melanine na de geboorte nog, zodat het pigmentepitheel aan de achterkant lichtblauw doorschemert. Wanneer de hoeveelheid melanine in het stroma verandert, ontstaat uiteindelijk de oogkleur. Afhankelijk van hoeveel melanine wordt aangemaakt, krijgt de kleur zijn uiterlijk:
- Weinig melanine betekent blauwe ogen, bij iets meer zijn de ogen donkerblauw.
- Meer melanine leidt tot groene ogen.
- Veel melanine maakt de ogen bruin.
Tip: Als een pasgeboren baby blauwe ogen heeft waarin kleine bruine vlekjes verschijnen, zal de oogkleur van de baby later meestal veranderen. Deze verandering is echter niet honderd procent zeker.
4. oogkleuren op de verschillende continenten
De kleur van de ogen bepaalt hun gevoeligheid voor licht. Lichte ogen (d.w.z. meestal blauw) worden als bijzonder gevoelig voor licht beschouwd , donkere ogen (vooral bruin) meestal niet.
Dat komt omdat de kleurpigmenten de zonnestralen absorberen en zo de ogen beschermen tegen te veel licht. Er kan worden vastgesteld dat mensen in regio’s met veel zonlicht of licht meestal bruine ogen hebben (bv. in Zuid-Amerika, Afrika, Azië). Omgekeerd hebben de regio’s met weinig licht meestal inwoners met lichte ogen (bv. in Noord-Europa).
5. hoe de kleur van de ogen bij baby’s te beoordelen
Niemand kan met onweerlegbare zekerheid zeggen welke oogkleur de baby zal hebben, maar er zijn bepaalde waarschijnlijkheden. Deze hangen af van welke oogkleur beide ouders en grootouders hebben, of een eigenschap dominant of recessief is en hoe de overerving plaatsvindt.
Er zijn verschillende calculators of tests online die je kunt gebruiken om de waarschijnlijke oogkleur van je baby te berekenen. Maar een blik op de volgende tabel volstaat ook. Wanneer zal de oogkleur van de baby bruin, blauw of groen zijn? Afhankelijk van de oogkleur van de ouders resulteren de volgende waarschijnlijkheden:
Oogkleur van ouder nr. 1 | Oogkleur bij ouder nr. 2 | Waarschijnlijkheid van blauwe ogen bij de baby in %. | Waarschijnlijkheid van groene ogen bij de baby in %. | Waarschijnlijkheid van bruine ogen bij de baby in %. |
blauw | blauw | 95 | 5 | 0 |
bruin | blauw | 50 | 0 | 50 |
groen | bruin | 12,5 | 37,5 | 50 |
groen | groen | 25 | 75 | <1 |
blauw | groen | 50 | 50 | 0 |
bruin | bruin | 6,25 | 18,75 | 75 |