Volgens de wet op de gelijkheid van personen met een handicap moeten woonruimtes en openbare ruimtes in het dagelijks leven vrij zijn van barrières. Daarom moet bij de planning en bouw van flats en huizen aan specifieke eisen worden voldaan. Welke dat zijn en wat drempelvrij wonen betekent voor gezinnen met kinderen met een lichamelijke handicap leest u in ons artikel.
Inhoudsopgave
1 Wat betekent drempelvrij wonen?
Barrièrevrij wonen betekent per definitie dat alle kamers in een flat of huis, en de bijbehorende voorzieningen zoals het terras of balkon, toegankelijk en bruikbaar zijn. Ze mogen niet te klein, te schuin of te druk zijn. Met andere woorden, ze moeten voor mensen met een handicap op dezelfde manier bruikbaar zijn als voor mensen zonder lichamelijke beperkingen, zonder dat ze hulp van andere mensen nodig hebben. De bewegingsvrijheid en toegankelijkheid van alle ruimtes zorgt voor een hoog niveau van comfort en het behoud van onafhankelijkheid.
Een flat die zich op de begane grond bevindt, kan vaak vrij eenvoudig toegankelijker worden gemaakt. Een kleine helling die een paar treden naar de voordeur overbrugt, stelt rolstoelgebruikers bijvoorbeeld in staat om zelfstandig de woonkamers te bereiken. Als deze zich niet op de begane grond maar op een van de hogere verdiepingen bevinden, is een lift nodig. In dat geval moet er voldoende ruimte zijn voor een rolstoel of een loophulpmiddel.
In een klassieke eengezinswoning is de toegankelijkheid soms moeilijker door de vele trappen tussen de verdiepingen. Hier hoeft niet meteen gebouwd te worden om de trappen te vermijden. In plaats daarvan kunnen trapliften uitkomst bieden. Maar speciaal voor rolstoelen ontworpen trapliften kunnen erg duur zijn. Vooral voor jonge gezinnen kan dit een enorme financiële last zijn.
Daarom zijn er verschillende contactpunten waar overheidssubsidies of andere subsidies kunnen worden aangevraagd. Als een zorgdiploma wordt voorgelegd, betalen de verzekeraars een subsidie die kan worden gebruikt voor maatregelen ter verbetering van de leefomgeving. Deze bedraagt maximaal € 4.000 per persoon. Daarnaast zijn er naast de overheidssubsidies vaak nog andere financiële hulpmiddelen. Voorbeelden hiervan zijn regionale subsidies. Verder kunnen subsidies worden aangevraagd via de KfW-bank of, in uitzonderlijke gevallen, subsidies via het arbeidsbureau of beroepsverenigingen .
2 Hoe kunnen individuele ruimtes drempelvrij worden gemaakt?
Voor de verschillende ruimtes in een flat of huis gelden bepaalde kenmerken die ze onderscheiden als drempelvrij. Als u een flat wilt huren of kopen, maar deze is nog niet drempelvrij, kan het nodig zijn om aanpassingen aan te brengen zodat de veelgebruikte ruimten kunnen worden aangepast aan de behoeften van de bewoners. Wij hebben voor u samengevat wat belangrijk is voor de afzonderlijke kamers.
2.1 Een drempelvrije badkamer voor een hoog comfort
In de badkamer moet u ervoor zorgen dat alle voorwerpen zittend kunnen worden bereikt en gebruikt. Naast het bad kan een vlakke douche een hoog comfortniveau voor alle bewoners van het huis garanderen. De WC moet 70 cm diep en 46 tot 48 cm hoog zijn en minstens 20 cm afstand tot de muur hebben. Bovendien moet aandacht worden besteed aan gemakkelijk vast te pakken fittingen, handdoekhouders op een geschikte hoogte en antislip vloerbedekking.
2.2 De keuken moet met vooruitziende blik worden ingericht
Ook in de keuken is het belangrijk dat alle voorwerpen gemakkelijk te gebruiken zijn en binnen handbereik liggen wanneer men zit. Dit geldt ook voor het keukengerei en diverse elektrische apparaten. Als de keuken nieuw is geïnstalleerd wanneer u erin trekt, is het de moeite waard om aandacht te besteden aan volledig uittrekbare keukenfronten, laaggeplaatste en verticaal verschuifbare bovenkasten en goede verlichting.
Tip: Voor een barrièrevrije inrichting van keuken en badkamer is het de moeite waard professioneel advies in te winnen.
2.3 Een drempelloze flat is niet automatisch rolstoeltoegankelijk
Hoewel veel van de bovengenoemde eisen voor barrièrevrij wonen al nuttig zijn voor mensen in een rolstoel, is het toch nodig om onderscheid te maken tussen de termen “barrièrevrij” en “rolstoeltoegankelijk”.
Om de badkamer, slaapkamer en keuken als “rolstoeltoegankelijk” te beschouwen, moet aan alle punten van de volgende checklist worden voldaan, naast alle kenmerken van toegankelijkheid:
- Gemakkelijk te bedienen bedieningsorganen (2,5 tot 5 Newton kracht)
- Bewegingsruimte: 150 cm x 150 cm
- naast het bed: 150 cm aan één kant, 120 cm aan de andere kant
- Deuren: 90 cm breed en 205 cm hoog
- Kijkgat deur: 120 cm hoog
- Rolstoelplaatsen: 150 cm x 180 cm
- Raamgrepen: 85 tot 105 cm hoog of automatisch bediend
- 150 cm minimale diepte voor keukenmeubilair
- rolstoeltoegankelijk fornuis, gootsteen en werkblad
- naast de WC: laat 30 cm ruimte aan de ene kant, 90 cm aan de andere kant
- Rugsteun bij de WC
- Toiletpapierhouder en spoeling gemakkelijk toegankelijk
- Hoogte voorkant wastafel maximaal 80 cm
- Wastafel minimaal 55 cm en van onderen bereikbaar
- Afstand tussen voorkant wastafel en kraan niet meer dan 40 cm
- Beenruimte onder wastafel minimaal 90 cm breed
- Opklapbaar zitje voor douche
- Inklapbare steungrepen
- Eéngreeps douchekraan binnen handbereik
- achteraf in te bouwen badkuip met lift
Overigens is een dergelijke aan de behoeften van alle mensen aangepaste omgeving een essentieel onderdeel van inclusie. Dit is belangrijk voor kinderen met een handicap, niet alleen bij de inrichting van hun eigen huis, maar ook op school en in de kleuterschool.
3 Toegankelijke huisvesting: Op welke ondersteunende maatregelen hebben gezinnen met kinderen met een handicap recht?
Zelfs zonder verzwarende factoren kan het een uitdaging zijn om als gezin een woning te vinden. Maar wanneer een kind (of zelfs meer) rolstoelgebonden is, komen er bij het zoeken naar woonruimte enkele complicerende factoren om de hoek kijken.
Daarom zijn er begeleidingscentra en ondersteunende diensten voor deze gezinnen om hen in staat te stellen volgens hun behoeften te leven. Mensen met een handicap kunnen bij het huisvestingskantoor of het gemeentebestuur een huisvestingsbewijs of noodattest krijgen. Het certificaat geeft recht op goedkopere huisvesting of huisvesting die met overheidsgeld wordt gesubsidieerd. Bovendien kan het bureau voor maatschappelijk welzijn u helpen bij het vinden van woonruimte.
Bovendien hebben ouders van gehandicapte kinderen recht op kinderziektegeld. De mate van zorgbehoefte bepaalt de hoogte van de financiële hulp van de wettelijke verzekering voor langdurige zorg. Voorwaarde voor deze uitkering is wel dat een van de ouders in de tien jaar voorafgaand aan de aanvraag ten minste twee jaar verzekerd is geweest bij een wettelijk ziekenfonds. Daarnaast is er het steunbedrag, waarmee de ouders een maandelijks budget van 125 euro ontvangen naast de eenmalige steun voor aanpassingsmaatregelen (zoals de installatie van een traplift).