Het opzetten van een ouderinitiatief is zinvol wanneer er in de gemeente te weinig plaatsen voor kinderopvang zijn.
Naast een goed concept hebben de ouders een geschikt pand nodig.
Een belangrijk aspect is de rechtsvorm waaronder het ouderinitiatief moet functioneren.
Jonge gezinnen kennen het probleem goed: het langverwachte kroost begint zich los te maken van vader en moeder en de wereld alleen te ontdekken. Dit zou eigenlijk precies het juiste moment zijn om het kind in een groep op te laten vangen, althans voor een paar uur. Daar leert het kind al vroeg het juiste sociale gedrag in contact met leeftijdsgenoten. En ook de jonge ouders profiteren daarvan: mama heeft een paar uur per dag voor zichzelf of kan eerst een paar uur terug naar haar werk om het contact met de werkwereld niet helemaal te verliezen. Maar – op het platteland of in de stad – zij vinden vaak geen mogelijkheid voor leeftijdsgebonden opvang, hoewel de redenen daarvoor verschillend zijn.
[button]Kindermeubels voor kamerinrichting[/button]
Inhoudsopgave
1. één probleem: de openingstijden
Vooral in de grote steden hebben de desbetreffende voorzieningen vaak wachtlijsten die jaren aanhouden. Op het platteland zijn de openingstijden vaak zodanig dat de jonge moeder geen kans heeft om weer aan het werk te gaan. Vaak is de reis naar het bedrijf zo ver dat ze meer onderweg is dan in het bedrijf. Of de openingstijden overlappen met de opgegeven werktijden. Om echt zorg te organiseren die aan hun behoeften voldoet, richten veel getroffenen daarom een ouderinitiatief op en organiseren zij zelf de zorg.
2 Waarom zou je een ouderinitiatief starten?

Ouderinitiatieven zijn in feite kleine kinderdagverblijven en crèches die door de ouders zelf of met steun van opvoeders in loondienst worden gerund. Het voordeel voor de ouders is duidelijk: zij hebben veel invloed op de verzorging en opvoeding van de kinderen. Het opzetten van een ouderinitiatief vereist echter ook een grote vrijwillige inzet van de ouders. De diverse taken van de leden van een ouderinitiatief omvatten bijvoorbeeld het overnemen van administratieve of conciërgetaken en zelfs af en toe schoonmaken of koken. Zij identificeren zich echter des te meer met “hun” kinderdagverblijf, vooral omdat het zowel de ouders als de kinderen ten goede komt.
Vooral jonge kinderen hebben veel vrije en ontwikkelingsruimte nodig, die de gezinsomgeving hun niet meer in dezelfde mate kan bieden als tien of twintig jaar geleden. Dit komt doordat de arbeidsmarkt steeds meer de bereidheid vraagt om mobiel en flexibel te zijn in termen van tijd, terwijl kleine kinderen vooral willen spelen en op zoek zijn naar uitdaging en stimulering. Het gevolg: door de omstandigheden – er is alleen een wettelijk recht op een kinderopvangplaats voor kinderen tussen drie en zes jaar – wordt een hechte band met de moeder afgedwongen, wat zowel de moeder als het kind kan overbelasten. Kinderen beleven avonturen, plezier en spel en uitdagingen het best in het gezelschap van leeftijdsgenoten – uiteraard onder professioneel toezicht.
Maar ook voor ouders biedt een ouderinitiatief tal van voordelen. Deze opvang, waarin zij inspraak hebben, biedt de mogelijkheid om veel meer individueel in te spelen op de behoeften van ouders. Door de overheid beheerde naschoolse opvang, kinderdagverblijven en kleuterscholen moeten zich namelijk houden aan de specificaties van de financierende instanties. Bovendien kan het voor ouders moeilijk zijn om het initiatief te nemen en deel te nemen aan de Kita. Kinderdagverblijven en instellingen die worden gerund door een ouderinitiatief zijn daarentegen alleen gebonden aan de sponsorvereniging of de gGmbH. Als men meer recht op medezeggenschap wil, kan het ouderinitiatief de voorkeur krijgen boven de crèche. Daarom is het voor ouders vaak moeilijk om deel te nemen aan het ouderinitiatief.
Waar moet aan gedacht worden bij het opzetten van een ouderinitiatief?
Allereerst moeten de ouders die geïnteresseerd zijn in het oprichten van een ouderinitiatief gezamenlijk een globaal concept bepalen. Het is onder meer van belang dat de ouders het eens zijn over het soort voorziening en het pedagogisch concept. Er bestaan bijvoorbeeld zogenaamde boskleuterscholen waar de kinderen bij mooi weer de meeste tijd buiten doorbrengen en de gelegenheid krijgen de natuur te ontdekken. Of dit mogelijk is, hangt natuurlijk vooral af van de plaatselijke omstandigheden en is op het platteland gemakkelijker te realiseren dan in de grote stad. Een andere belangrijke vraag is welke leeftijdsgroep moet worden bestreken en of de kleuterschool eentalig of meertalig moet zijn. En last but not least moeten de ouders duidelijk maken hoeveel tijd zij bereid zijn zelf te investeren.
Zodra de initiatiefnemers het hierover eens zijn, moeten zij op zoek gaan naar gelijkgestemde ouders. Om te beginnen is een groep van zes tot zeven ouders voldoende, omdat het in een kleine setting gemakkelijker is afspraken te maken over communicatiekanalen en verantwoordelijkheden. Alvorens verdere stappen te ondernemen, moet het oprichtersteam contact opnemen met de respectieve toezichthoudende instantie voor kinderdagverblijven. Daar zullen zij worden geïnformeerd over de voorwaarden waaraan moet worden voldaan om een overeenkomstige voorziening op te richten. De relevante informatie moet echter per geval ter plaatse worden ingewonnen, omdat er geen landelijke uniforme kleuterschoolwet bestaat. Bovendien geeft deze instantie ook de exploitatievergunning af, die later van belang is.
Belangrijk: Het initiatief van de ouders moet ook worden opgenomen in het vraagplan van het verantwoordelijke bureau voor jeugdzorg. Daar moeten zij aangeven voor hoeveel plaatsen hun voorziening moet worden ontworpen.
3.1 Kies de juiste rechtsvorm voor ouderinitiatieven

Ouders hebben nu de keuze of ze hun initiatief opzetten in de vorm van een zogenaamde vereniging zonder winstoogmerk of een NV zonder winstoogmerk. De vereniging is de eenvoudigere optie: het ouderinitiatief hoeft slechts zeven oprichters te hebben, die een raad van bestuur kiezen en notulen opstellen van de oprichting van de vereniging. Zodra dit is gebeurd, wordt een statuut opgesteld, dat door een notaris moet worden gewaarmerkt. In de volgende stap moet de vereniging worden ingeschreven bij het belastingkantoor voor vennootschappen, waar zij ook het statuut van vereniging zonder winstoogmerk moet aanvragen. Ten slotte moet de vereniging worden ingeschreven in het verenigingenregister bij de bevoegde plaatselijke rechtbank. Naast de notulen van de oprichtingsvergadering moeten ook de door een notaris gewaarmerkte statuten worden ingediend.
De oprichting van een vennootschap zonder winstoogmerk (gGmbH) vergt aanzienlijk meer inspanning. De eerste stap is het opstellen van een aandeelhoudersovereenkomst. Omdat deze ook moet voldoen aan de criteria voor het non-profitstatuut, is het beter deze door een advocaat te laten opstellen. Deze overeenkomst moet vervolgens worden goedgekeurd op een oprichtingsvergadering, waar ook een directeur moet worden benoemd. Daarna moeten zowel het contract als de notulen van de vergadering notarieel worden vastgelegd. Nu moet de GmbH worden ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en Industrie en bij het belastingkantoor dat verantwoordelijk is voor vennootschappen, waar tegelijkertijd de non-profit status wordt aangevraagd. Ten slotte moet de inschrijving van de GmbH in het handelsregister worden aangevraagd bij de bevoegde arrondissementsrechtbank.
Ondanks de hogere kosten kan de oprichting van een gGmbH toch lonend zijn voor het initiatief van de ouders. Zij is onder meer vrijgesteld van bedrijfs- en vennootschapsbelasting. Het enige waar men op moet letten is dat eventuele winsten daadwerkelijk statutair worden aangewend en niet aan de aandeelhouders worden uitgekeerd.
3.2 Voor- en nadelen van een ouderinitiatief
- De ouders hebben een veel groter recht op medezeggenschap.
- De ouders hebben invloed op de ruimtelijke voorwaarden en de pedagogische oriëntatie.
- Een ouderinitiatief kan te allen tijde van richting veranderen.
- De ouders moeten zich veel meer op vrijwillige basis inzetten.
- Vooraf is veel organisatorische inspanning nodig.
- Het ouderinitiatief kan ook verantwoordelijk zijn voor het personeel en moet de dagelijkse werking van de school garanderen.
4 Medezeggenschap in een ouderinitiatief

Ouders die hun kinderen laten opvangen in een door een ouderinitiatief beheerde kinderopvang hebben in principe meer recht op medezeggenschap dan in door de overheid beheerde voorzieningen. De mate van medezeggenschap kan echter per voorziening verschillen. De reden: de meeste ouderinitiatieven hebben de rechtsvorm van een vereniging zonder winstoogmerk. Deze hebben veel meer ruimte in hun statuten dan kinderopvangcentra die door de overheid worden gefinancierd of een vennootschap zonder winstoogmerk, waar dergelijke details zijn vastgelegd in de aandeelhoudersovereenkomst.
Waar kan ik bestaande initiatieven vinden?

Naar bestaande initiatieven, die mogelijk hulp kunnen bieden bij het opzetten van een eigen initiatief, kan worden geïnformeerd tijdens het eerste contact met de gemeente. Dit moet sowieso zo vroeg mogelijk gebeuren, voordat er concrete plannen worden gemaakt. Een ander zeer goed contactpunt is de Bundesarbeitsgemeinschaft Elterninitiativen (BAGE) e.V. (Federale Vereniging van Ouderinitiatieven). Dit is de nationale overkoepelende organisatie voor ouderinitiatieven. De BAGE is in heel Duitsland vertegenwoordigd met contactpunten en kan zo nodig contactpersonen in de buurt noemen die het ouderinitiatief in de opstartfase kunnen ondersteunen.
6. FAQ: Vragen en antwoorden
Hoe belangrijk is het concept?
Een samenhangend concept is essentieel voor de oprichting en vaststelling van een ouderinitiatief. Dit moet worden gepresenteerd, inclusief de geplande kwaliteitsborgingsmaatregelen, zodat er überhaupt een exploitatievergunning kan worden afgegeven. Bovendien moet worden aangetoond dat er personeel beschikbaar is dat professioneel geschikt is.
Waarom is extern personeel belangrijk?
Een zorginstelling kan niet zomaar door iedereen gerund worden. De manager moet een passende opleiding of sociaal-agogische kwalificatie hebben. Ook de groepsleider moet voor deze taak gekwalificeerd zijn. De regelgeving in de verschillende deelstaten verschilt echter wat betreft het aantal specialisten dat voor bepaalde groepsgroottes vereist is. Individuele taken kunnen echter door ouders en vrijwilligers worden overgenomen, mits er gekwalificeerd personeel beschikbaar is.
Hoe belangrijk is de financiering?
Ouders die een ouderinitiatief willen opzetten, moeten vanaf het begin ook de financiering in het oog houden en een passend concept uitwerken. Want alleen als de nieuwe voorziening kostendekkend is, is permanente opvang mogelijk. Omdat er ten minste voor kinderen tussen drie en zes jaar een wettelijk recht op een opvangplaats bestaat, zijn er in de verschillende deelstaten speciale financieringsprogramma’s. Neem contact op met het plaatselijke bureau voor jeugdzorg om na te gaan aan welke voorwaarden moet worden voldaan om voor financiering door de staat in aanmerking te komen. Naast een jaarlijks forfaitair bedrag per kind of subsidies voor personeelskosten zijn er ook subsidies voor materiaalkosten of huur.
Hoe kunnen de juiste kamers worden gevonden?
Eerst en vooral moet het ouderinitiatief nagaan welke wettelijke vereisten inzake kamergrootte in hun deelstaat gelden. Naast voldoende ruimte moeten ruimten voor kinderopvang ook over brandveiligheidsvoorzieningen en vluchtwegen beschikken. Als er kinderen jonger dan drie jaar worden opgevangen, moet er ook voldoende slaapruimte zijn. Ook in dit geval is het Bureau Jeugdzorg het eerste aanspreekpunt om de noodzakelijke details te verduidelijken.
7. kindermeubilair voor kamerinrichting
No products found.