Dit hechtingsgerichte concept houdt in het bijzonder rekening met de band van het kind met ouders en opvoeders. Het verdeelt de inwerkperiode in verschillende fasen.
Enkele mogelijkheden zijn gesprekken bij het brengen of halen, oudercafés of afspraken en ontmoetingen tussen kinderen en ouders.
De ouderraad, ouderbijeenkomsten of een korte uitwisseling van informatie bij het wegbrengen of ophalen van het kind zijn geschikt.
Voor ouders is het belangrijk dat hun kind zich helemaal op zijn gemak voelt in het kinderdagverblijf. De volgende informatie moet de start in het kinderdagverblijf vergemakkelijken.
[knop]Meer literatuur over wennen in het kinderdagverblijf[/knop]
Inhoudsopgave
1. zich vestigen in de KiTa
De overgang naar de kinderopvang is een belangrijke fase in de ontwikkeling van een kind. Het werkt meestal beter als kinderen tijdens de wenperiode begeleid worden door hun verzorger – meestal een ouder. Dit geeft kinderen de kans om in de situatie te groeien en te wennen aan de nieuwe omgeving.
1.1 De ouders erbij betrekken
Er bestaan verschillende benaderingen en modellen om de inwerkperiode te organiseren. In de regel vindt vóór het begin van de inwerkperiode een gesprek tussen ouders en opvoeders plaats. Dit gesprek dient om elkaar te leren kennen en de inwerkperiode te plannen.
De betrokkenheid van ouders bij de wenperiode is kenmerkend voor de kwaliteit van een voorziening. In de praktijk is gebleken dat het belangrijk is de wenperiode individueel aan te passen aan de behoeften van het kind.
1.2 Het “Berlin Settling-in Model
.Het “Berlijnse acclimatisatiemodel” is ontwikkeld voor de acclimatisering van kinderen onder de drie jaar. Het “Berlin Acclimatisation Model” wordt hieronder kort toegelicht. Dit op gehechtheid gerichte concept houdt in het bijzonder rekening met de gehechtheid van het kind aan de ouders en de opvoeders. Het verdeelt de gewenningsperiode in verschillende fasen: In de zogenaamde basisfase bezoekt een ouder samen met het kind het kinderdagverblijf gedurende ongeveer een uur per dag op meerdere dagen achter elkaar. Na 4 tot 5, in de praktijk soms 6 dagen, verlaat de ouder het kinderdagverblijf voor het eerst voor zeer korte tijd. Afhankelijk van hoe het kind met de situatie omgaat, wordt dan een kortere of langere wenperiode vastgesteld. Daarna volgt een stabilisatiefase en een eindfase.
Naast de relatie tussen het kind en de opvoeder spelen ook de relatie van de ouders met het kind en hun houding tegenover het bezoek aan het kinderdagverblijf een belangrijke rol in het wenproces. Het doel van de gewenning is dat het kind een band opbouwt met de opvoeder en hem/haar herkent als verzorger.
Bronnen en links
Ouders kunnen informatie over het Berlin Settling-in Model vinden in het artikel van Marlen Bauer, Katharina Klamer en Melanie Veit (2008): “‘So gelingt der Start in die Kita!’. Hechtingsgerichte inburgering”.
Een presentatie over gewenning in de dagopvang is hier geplaatst door het Protestantse Dietrich Bonhoeffer Company Day Care Centre van de Universiteit van Bielefeld.
2. contact met andere ouders
Regelmatig contact met andere gezinnen is belangrijk voor kinderen en ouders.
Ondersteunende mogelijkheden voor ouders en gezinsleden om sociale contacten te leggen zijn onder meer:
- Deur-tot-deur gesprekken – tijdens het brengen en halen van het kind.
- Afspraken/ontmoetingen – zowel tussen kinderen als ouders
- Carpoolen – gesplitst brengen en halen van kinderen
- Oudercafé – Sommige kinderdagverblijven bieden hun lokalen aan zodat ouders elkaar op gezette tijden in een gezellige sfeer kunnen ontmoeten, ideeën kunnen uitwisselen en elkaar kunnen leren kennen. In de meeste gevallen is het oudercafé een aanbod van ouders voor ouders, dat ook door de oudervereniging wordt georganiseerd.
- Ouderraad
- Kita.de – geschikte interface tussen ouders en gezinnen
3. contact met de opvoeders
Het eerste contact met de verzorgende medewerkers in het kinderdagverblijf vindt meestal plaats tijdens de gezamenlijke rondleiding door de voorziening op de “proef”- of inschrijvingsdag. De eerste gelegenheid voor ouders en de toekomstige groepsleerkracht van hun kind om elkaar te leren kennen is een klein gesprekje. Zodra het kind een vast lid is van de dagopvanggroep, is er regelmatig contact en uitwisseling tussen ouders en het verzorgend personeel.
Er zijn verschillende gelegenheden om informatie uit te wisselen:
- Huis-aan-huis gesprekken – bij het brengen of halen van het kind kan belangrijke informatie worden uitgewisseld.
- Gesprekkenmet ouders – afspraak na voorafgaand overleg met de pedagogisch medewerker.
- Gesprekken overbelangen/conflicten – afspraak na voorafgaand overleg met de pedagogisch medewerker.
- Ontwikkelingsgesprekken – Afsprakengesprek na voorafgaand overleg met de pedagogisch specialist.
- Ouderraad
- Kita.de – geschikte interface tussen gezin en medewerkers kinderopvang
4. dagelijkse routine in de KiTa
Het is niet mogelijk een algemene uitspraak te doen over de dagelijkse routine in een kinderdagverblijf. Elke voorziening heeft zijn eigen individuele focus, evenals vaste en flexibele elementen in de dagelijkse routine.
Ontdek hier welke activiteiten uw kind meemaakt in het kinderdagverblijf