Helemaal niets. Alle U onderzoeken, inclusief de J1, worden volledig gedekt door de ziekenfondsen.
De onderzoeken geven een volledig beeld van de ontwikkeling van uw kind. Zo kunnen ontwikkelingsachterstanden en ziekten worden voorkomen. U kunt ook van de gelegenheid gebruikmaken om zorgen of opmerkingen met de arts te bespreken.
Vooral de eerste U-onderzoeken vinden plaats met tussenpozen van enkele weken. Later neemt het interval toe. Een overzicht van de data vindt u hier.
In 1991 is in heel Duitsland een uniform programma voor vroegtijdige opsporing voor kinderen ingevoerd. Het omvat in totaal 10 wettelijke onderzoeken tot de schoolleeftijd en nog een onderzoek op 13-jarige leeftijd.
Hetdoel van de onderzoeken voor kinderen is ziekten of problemen zo vroeg mogelijk op te sporen, zodat ouders snel kunnen worden geholpen en kinderen zo nodig kunnen worden behandeld. Op die manier bieden de vroegtijdige opsporingsonderzoeken de ouders ook een zekere zekerheid.
[button]Verder lezen over de ontwikkeling van kinderen[/button]
Inhoudsopgave
1. vrije deelname
Deelname aan de vroegtijdige opsporingsonderzoeken is gratis. Er zijn geen praktijkkosten. Kinderen en jongeren zijn namelijk tot hun meerderjarigheid vrijgesteld van praktijkkosten en vergoedingen op recept. Dit geldt ook voor bijstandsgerechtigden.
2 Wat wordt er onderzocht?
Naast een lichamelijk onderzoek wordt ook de algemene ontwikkeling van het kind onderzocht. Afhankelijk van de leeftijd hebben de onderzoeken verschillende accenten, zoals mobiliteit, beweeglijkheid, spraak, begrip of sociaal gedrag. De vaccinatiebescherming wordt gecontroleerd en eventueel achterstallige vaccinaties worden ingehaald.
De onderzoeken richten zich ook op verschillende aspecten van de begeleiding, zoals het voorkomen van ziekterisico’s zoals allergieën of cariës, voeding en de zorgen en vragen van de ouders over de ontwikkeling van hun kind.
3. schema voor de U-onderzoeken
De ouders moeten zich houden aan bepaalde tijdschema’s voor de vroegtijdige opsporingsonderzoeken. Deze zijn bedoeld om belangrijke ontwikkelingsstappen goed te kunnen beoordelen. De screeningsonderzoeken kunnen alleen worden ingezet binnen de vastgestelde tolerantiegrenzen. Daarom moeten ouders eraan denken vroegtijdig een afspraak met de kinderarts te maken.
Voor de onderzoeken zijn de volgende periodes gepland:
- U1: na de geboorte – tolerantiegrens: geen
- U2: 3e tot 10e levensdag – tolerantiegrens: 3e tot 14e levensdag
- U3: 4e tot 5e levensweek – tolerantiegrens: 3e tot 8e levensweek
- U4: 3e tot 4e levensmaand – tolerantiegrens: 2e tot 4½ levensweek. Maand van het leven
- U5: 6. tot 7. levensmaand – tolerantiegrens: 5. tot 8. levensmaand
- U6: 10. tot 12. levensmaand – tolerantiegrens: 9. tot 14. levensmaand
- U7: 21e tot 24e levensmaand (ongeveer 2 jaar oud) – tolerantiegrens: 20e tot 27e levensmaand
- U7a: 34e tot 36e levensmaand (op ongeveer 3 jaar) – Tolerantiegrens: 33e tot 38e levensmaand
- U8: 46e tot 48e levensmaand (op ongeveer 4 jaar) – Tolerantiegrens: 43e tot 50e levensmaand
- U9: 60e tot 64e levensmaand (op ongeveer 5 jaar) – Tolerantiegrens: 58e tot 66e levensmaand
- J1: op de leeftijd van 13 jaar – tolerantiegrens: 13e tot voltooid 15e levensjaar
De campagne “Ik ga naar de U! En jij?” van het Federaal Centrum voor Gezondheidsvoorlichting wil de deelname aan de vroegtijdige opsporingsonderzoeken verhogen, vooral voor de latere onderzoeken U7 tot U9. De begeleidende folder “10 kansen voor uw kind” geeft een overzicht van de inhoud van de verschillende U-onderzoeken en is beschikbaar in het Duits, Engels, Turks en Russisch.
Deze en andere informatie is ook te vinden op de website van het Federaal Centrum voor Gezondheidsvoorlichting. 4.
4. verdere literatuur over de ontwikkeling van kinderen
No products found.