Volgens Freuds definitie is de psychoseksuele ontwikkeling de psychologische ontwikkeling van een kind vanaf de geboorte tot aan de puberteit. Kinderseksualiteit is duidelijk anders dan volwassen seksualiteit.
Freud verdeelt de psychoseksuele ontwikkeling van kinderen in de volgende vijf fasen: orale fase, anale fase, fallische fase, latentiefase en genitale fase. De ontwikkelingsfasen bouwen niet alleen op elkaar voort, maar lopen ook in elkaar over.
In Freuds tijd was er nauwelijks kritiek op zijn ontwikkelingsmodel. In de decennia daarna werd de theorie echter steeds meer in twijfel getrokken. Toch zijn veel nieuwere theorieën gebaseerd op Freuds grondslagen.
Veel mensen denken dat iemands seksualiteit pas in de puberteit begint. Dit is echter niet helemaal waar. Al baby’s en kinderen vertonen seksueel gedrag, dat uiteraard verschilt van de seksualiteit van volwassenen.
In dit artikel willen wij u een beetje inzicht geven in de psychoseksuele ontwikkeling van kinderen. Daartoe laten wij u kennismaken met de verschillende fasen van de psychoseksuele ontwikkeling volgens Freud. Vervolgens zullen we bespreken in hoeverre er kritiek is op dit fasenmodel.
[button]Verder lezen voor ouders en professionals[/button]
Inhoudsopgave
1. kinderseksualiteit is iets volkomen normaals
Als ouders een baby krijgen, zien ze die graag als een klein, onschuldig wezen dat nog geen seksuele behoeften heeft. Zij geloven dat iemands seksualiteit zich pas in de puberteit ontvouwt en ontwikkelt.
Het grootste probleem is dat seksualiteit vaak volledig verkeerd begrepen wordt. Want het gaat niet alleen om genitale vereniging, maar ook om plezier, veiligheid, relatie en het ervaren van het eigen lichaam. Zo verkennen zelfs kleine kinderen hun lichaam en voelen daarbij zoiets als plezier.
Er zijn echter grote verschillen tussen kinderseksualiteit en volwassen seksualiteit. Terwijl bij kinderen de nadruk ligt op lichaamservaring, verkenning en nieuwsgierigheid, is volwassen seksualiteit meer gericht op opwinding en bevrediging.
2 De fasen van psychoseksuele ontwikkeling volgens Freud
Sigmund Freud wordt beschouwd als de grondlegger van de psychoanalyse. Deze houdt zich bezig met het verklaren van menselijk gedrag. Het is echter ook een vorm van therapie om psychische stoornissen te genezen. Ontwikkelingspsychologie is slechts een klein onderdeel van de psychoanalyse volgens Freud.
Freud verdeelde de psychoseksuele ontwikkeling van een kind in verschillende fasen. In elke ontwikkelingsfase staat een bepaalde drift centraal, zodat de erogene zones veranderen. De afzonderlijke fasen bouwen echter niet op elkaar voort, maar vloeien vloeiend in elkaar over.
Hieronder willen we de afzonderlijke ontwikkelingsfasen wat nader aan u voorstellen.
Een korte introductie tot Freuds psychoanalyse krijgt u in deze video:
2.1 Mondelinge fase
De term oraal is afgeleid van het Latijnse woord os, wat door de mond betekent. Dit betekent dat de nadruk ligt op het mondgebied. Dit is de fase die een kind in het eerste levensjaar doormaakt.
In de orale fase wordt de hele omgeving verkend via de mond, lippen en tong. Baby’s zuigen op hun eigen vingers en hebben zin om te experimenteren met voedsel in hun mond.
Zuigen aan de moederborst geeft het kind ook plezier en een prettig gevoel. Bovendien kan men door te zuigen en te zuigen spanning afvoeren. Deze fase is heel belangrijk omdat het sociaal vertrouwen opbouwt.
2.2 Anale fase
In de anale fase is de erogene zone de anus. Een kind doorloopt deze ontwikkelingsfase in het tweede tot derde levensjaar. Tijdens deze fase voelt het kind plezier bij het uitscheiden. Kinderen leren steeds meer dat zij de sluitspieren kunnen controleren en zo een zekere reinheid kunnen bereiken.
Opdeze manier oefenen kinderen controlemechanismen die onder geen beding verstoord mogen worden. Als ouders te veel druk uitoefenen bij het aanleren van zindelijkheid, kan dit volgens Freud leiden tot psychische stoornissen en obsessieve persoonlijkheidstypen. Dit uit zich in gierigheid, sadistische wraakverlangens of genitale schaamte.
2.3 De fallische fasen
De legende van Oedipus
Freud noemde het Oedipuscomplex naar de Oedipusmythe. Deze mythe gaat over de rivaliteitsstrijd van de zoon tegen de vader om de moeder. Het hele verhaal van Oedipus kun je hier lezen.
De anale fase wordt in het derde tot zesde levensjaar gevolgd door de fallische fase, ook wel de oedipale fase genoemd, waarin het genitale gebied centraal staat. Kinderen verkennen hun eigen genitaliën en spelen ermee. Ze tonen ook grote belangstelling voor de genitaliën van het andere geslacht.
In deze periode ontdekken jongens tot hun schrik dat meisjes hun penissen missen. Terwijl dit hen bang maakt voor katers, leidt dit besef bij meisjes tot zogenaamde penisnijd.
Het centrale thema van deze fase is het Oedipuscomplex. Hierdoor voelen kinderen een zekere rivaliteit ten opzichte van de ouder van hetzelfde geslacht. Maar omdat de liefde zo sterk is, zet het kind de seksuele verlangens opzij. Dit betekent dat ze leren afstand te doen.
Als het oedipuscomplex echter niet kan worden overwonnen, kunnen neuroses en obsessieve-compulsieve stoornissen ontstaan.
2.4 Latente fase
Tussen zeven en elf jaar staat de ontwikkeling van seksualiteit stil. Kinderen verliezen of onderdrukken in deze periode hun seksualiteit en andere zaken komen op de voorgrond.
Ook valt op dat kinderen het andere geslacht afwijzen en geneigd zijn speelkameraadjes van hetzelfde geslacht te zoeken. Kinderen ontwikkelen gevoelens van schaamte en nemen afstand van hun ouders. Ze vinden het heel moeilijk om fysieke nabijheid te verdragen.
2.5 Genitale fase
Vanaf twaalf jaar komen er steeds meer geslachtshormonen vrij, die zowel de lichamelijke als de psychische ontwikkeling van kinderen en adolescenten beïnvloeden. De kinderlijke seksualiteit moet nu plaatsmaken voor de volwassen seksualiteit.
Vanaf dit moment spelen ook seksuele fantasieën een grote rol. Meisjes en jongens voelen zich aangetrokken tot het andere geslacht en doen nieuwe ervaringen op, zowel op het gebied van masturbatie als van seksueel contact.
Zowel meisjes als jongens worden seksueel volwassen door hun eerste menstruatie of zaadlozing. Tijdens de puberteit worden adolescenten geplaagd door conflicten en innerlijke onrust.
Sommige kinderen kunnen in deze fase te maken krijgen met geslachtsidentiteitsstoornissen.
3. kritiek op het fasenmodel van Freud
Hoewel Freuds psychoanalyse een belangrijke mijlpaal was op het gebied van de psychologie, is er ook kritiek op het ontwikkelingsfasenmodel. Terwijl de aannames in het begin nauwelijks in twijfel werden getrokken, nam de kritiek vooral vanaf de jaren zeventig toe.
Veel moderne psychoanalytici hebben Freuds theorie als basis genomen en dienovereenkomstig ontwikkeld. Toch heeft de moderne psychologie nauwelijks iets gemeen met Freuds psychoanalyse.
Vooral devolgende veronderstellingen worden bekritiseerd:
- Lustbehoeften in de kindertijd: Critici menen dat het zwaartepunt van de ontwikkeling bij zuigelingen niet ligt bij lust, maar bij liefde en genegenheid.
- Universele geldigheid: Freud nam aan dat elk kind deze fasen in dezelfde volgorde doorloopt. Dit is echter nog door geen enkel onderzoek bewezen.
- Het kind als ego-gecentreerd wezen: Freud was van mening dat zuigelingen ego-gerelateerde wezens zijn die nog niet in staat zijn zich te binden. Tegenwoordig is echter bewezen dat zij hun moeders al vanaf de eerste dag benaderen.
- Attributie van persoonlijkheidstrekken: Volgens Freud ontstaan er, zodra er verstoringen zijn in de passage door de fasen, stoornissen die de ontwikkeling van de persoonlijkheid beïnvloeden. Critici staan zeer sceptisch tegenover deze enorme invloed.
- Oedipuscomplex: Sinds meisjes en jongens vanaf het begin samen opgroeien, is het niet meer gebruikelijk dat jongens castratieangst en meisjes penisnijd ontwikkelen. Ook de behoefte om zich met de moeder te verenigen en de vader te doden is vanuit het hedendaagse perspectief zeer twijfelachtig.
4 Verdere lectuur voor ouders en professionals
No products found.