Nestbescherming is een immuunafweer die een pasgeboren baby in de laatste weken van de zwangerschap van zijn moeder krijgt. Deze antilichamen beschermen een baby tegen ziektekiemen tijdens de eerste levensmaanden.
De nestbescherming is ongeveer negen maanden actief. Na iets minder dan drie maanden neemt het echter voortdurend af. Gedurende deze periode ontwikkelt een zuigeling zijn eigen immuunsysteem om bacteriën, ziektekiemen en virussen het hoofd te bieden.
Het immuunsysteem van de moeder beschermt een kind tegen de klassieke kinderziekten die de moeder heeft gehad of waartegen zij is ingeënt. De nestbescherming is echter niet volledig effectief, zodat baby’s bijvoorbeeld niet beschermd zijn tegen kinkhoest, griep of de meningitisverwekker HIB.
Wanneer baby’s worden geboren, worden zij van de ene dag op de andere met veel verschillende ziekteverwekkers geconfronteerd. In de eerste weken en maanden van hun leven worden pasgeborenen echter beschermd tegen infecties door de antilichamen van de moeder. Dit wordt nestbescherming genoemd.
Maar hoe lang duurt die nestbescherming en tegen welke ziekten zijn de kleintjes beschermd?
Wat nestbescherming is, hoe lang het duurt en tegen welke infecties het beschermt, lees je hier.
[button]Verder lezen voor nieuwe ouders[/button]
Inhoudsopgave
1. de nestbescherming van de baby als natuurlijke afweer
Speciaal geval: premature baby’s
Bij premature baby’s is de nestbescherming nauwelijks ontwikkeld omdat de antistoffen pas in de laatste weken van de zwangerschap aan het kind worden doorgegeven. Dit betekent dat zij vatbaarder zijn en sneller een infectie kunnen krijgen.In de baarmoeder van de moeder is een baby veilig en beschermd tot de geboorte. Voor de duur van de zwangerschap zorgt de placentabarrière in de placenta ervoor dat er geen ziekteverwekkers kunnen binnendringen.
Wanneer de baby echter wordt geboren, wordt hij plotseling blootgesteld aan vele verschillende virussen, bacteriën en ziektekiemen. Aangezien een pasgeboren baby nog geen eigen immuunsysteem heeft, kunnen deze ziekteverwekkers tot gevaarlijke ziekten leiden.
Om dit te voorkomen krijgt een kind in de laatste weken voor de geboorte antistoffen uit het bloed van de moeder. Door deze zogenaamde nestbescherming heeft een zuigeling dezelfde immuunbescherming als de moeder. Hoe sterk deze bescherming is, hangt grotendeels af van hoeveel antilichamen de moeder vanaf de 34e week van de zwangerschap heeft.
Zodra de navelstreng wordt doorgeknipt, stopt ook de toevoer van antilichamen. Ze beschermen het kind echter nog wel tegen besmetting met ziekteverwekkers in de maanden daarna. Er is optimale bescherming tot ongeveer de derde levensmaand. Daarna neemt de bescherming steeds meer af. In principe duurt de nestbescherming tot negen maanden na de geboorte.
In de loop van de tijd ontwikkelt het lichaamseigen immuunsysteem zich.
Zoals gezegd is de nestbescherming van de baby het sterkst in de eerste twee tot drie levensmaanden. In de maanden daarna neemt de bescherming steeds meer af. Om de nestbescherming daarna voort te zetten, zijn aangepaste vaccinaties zeer belangrijk.
De nestbescherming wordt echter ook vervangen door de eigen afweer van de baby, die langzaam steeds meer wordt opgebouwd. Naarmate de nestbescherming verder verzwakt, worden baby’s echter steeds vatbaarder voor infecties. Ze moeten steeds vaker vechten tegen verkoudheden. Volgens kinderartsen zijn vijf tot zes infecties per winter nog volkomen normaal.
Bijelk contact met ziektekiemen, virussen en bacteriën worden in het lichaam van het kind antistoffen gevormd. Deze beschermen de baby en bouwen het immuunsysteem verder op. De specifieke afweer ontwikkelt zich rond het tiende levensjaar.
De individuele gevoeligheid voor infecties kan echter sterk variëren. Terwijl sommige kinderen voortdurend ziek zijn, ontwikkelen anderen vooral in stilte antistoffen zonder dat zij symptomen hebben.
3. nestbescherming bij baby’s – pasgeborenen zijn beschermd tegen deze ziekten
Omdat een baby de afweerstoffen van zijn moeder krijgt, wordt hij voornamelijk beschermd tegen de ziekten waartegen de moeder antistoffen heeft opgebouwd. Antilichamen kunnen op twee manieren worden opgebouwd: ten eerste door vaccinatie en ten tweede door de ziekte in kwestie te overleven.
In verschillende studies hebben onderzoekers vastgesteld dat het aantal antilichamen aanzienlijk hoger is als de moeder de infectie heeft overleefd dan wanneer zij er alleen maar tegen is ingeënt. De resultaten zijn echter niet 100% betrouwbaar. In het geval van bijvoorbeeld difterie of tetanus is een vaccinatie van de moeder daarentegen noodzakelijk om de baby bescherming te bieden.
Eenkind kan in eerste instantie immuun zijn voor de volgende ziekten door nestbescherming:
- Waterpokken
- Mazelen
- Rubella
- Bof
- Difterie en tetanus (hier geldt de nestbescherming echter slechts voor een korte periode)
Hoewel de nestbescherming zeer sterk en betrouwbaar is, beschermt zij niet tegen alle ziekten. In het geval van griep of kinkhoest geldt de nestbescherming echter niet omdat er veel verschillende stammen van deze ziekten zijn die voortdurend kunnen veranderen. Deze ziekten kunnen echter zeer gevaarlijk zijn voor baby’s, zodat tijdige vaccinatie raadzaam is.
Wetenschappers hebben echter in een recente studie vastgesteld dat vaccinatie tegen kinkhoest tijdens de zwangerschap nuttig kan zijn om antilichamen over te dragen aan de baby. De beste tijd is rond de 30e week van de zwangerschap.
4 Bescherming tegen kinkhoest en borstvoeding – dit zijn de voordelen
Na de geboorte krijgen alle baby’s aanvankelijk dezelfde nestbescherming. Moeders die hun kinderen borstvoeding geven, kunnen er echter voor zorgen dat antilichamen en andere afweerstoffen via de melk aan het kind worden overgedragen.
Op die manier kan borstvoeding de nestbescherming extra ondersteunen. Aangezien deze antistoffen echter zeer onspecifiek zijn, worden baby’s door moedermelk vooral beschermd tegen verkoudheid en maagdarminfecties.
Colostrum bevat bijzonder veel waardevolle antilichamen. Dit is de eerste melk die zich na de geboorte in de moederborst vormt. Dit colostrum wordt gekenmerkt door een gele kleur en een dikke consistentie. Het bevat bijzonder veel van de antistof immunoglobuline A, die beschermt tegen virussen, bacteriën en andere ziekteverwekkers.
5 Verdere literatuur over kinderziekten
No products found.