Ja en nee. Er is een bepaald kader, maar elke baby en peuter is individueel. Dit leidt tot verschillende ontwikkelingsfocus of tot het overslaan van bepaalde stappen.
Afhankelijk van leeftijd en ontwikkelingsfase zijn er verschillende manieren om dit te doen voor zowel de grove als de fijne motoriek.
Praat erover met de arts. Hij of zij kan u meer gedetailleerde informatie geven.
De motorische ontwikkeling bij baby’s en peuters vergt veel energie: er moeten veel verschillende processen plaatsvinden voordat het kind de bewegingen leert. Er bestaat een overzicht van ongeveer wanneer kinderen over welke vaardigheden moeten beschikken. De respectieve ontwikkeling is echter individueel en hangt af van verschillende omstandigheden.
[button]Laat je kind motorische vaardigheden trainen met een motorkubus[/button]
Inhoudsopgave
1. dit zijn belangrijke motorische mijlpalen in het 1e levensjaar
Onmiddellijk na de geboorte kan de baby zich nog niet concentreren, en pas een jaar later begint hij te spreken en zet hij zijn eerste stapjes. In de tussentijd zijn er veel belangrijke ontwikkelingsfasen, die allemaal veel energie vergen: motorische vaardigheden kunnen alleen worden ontwikkeld door herhaling, training en consistentie en zo worden opgeslagen dat ze een automatisme worden. Hoe dat precies werkt, zie je in deze video:
1.1 Het eerste kwartaal is sterk reflexief
Om te overleven heeft de baby bepaalde reflexen nodig, zoals de zuigreflex, de zoekreflex, de grijpreflex en de grijpreflex. Typische ontwikkelingsstappen van de baby houden in dat hij aan het einde van deze fase zijn handjes kan openen en zijn hoofdje probeert op te tillen als je hem op de buik legt. Het begint ook te schoppen.
1.2 Het tweede trimester geeft een ontwikkelingsimpuls
Tussen de vierde en zesde levensmaand begint de baby sterk te interageren met de omgeving: Hij reageert op spraak, lacht naar vertrouwde mensen en leert bewust te grijpen. Loslaten is in het begin echter nog moeilijk, zoals langharige moeders uit pijnlijke ervaring weten.
Anderzijds verbetert de hand-oog coördinatie: de baby reikt naar dingen die hij direct in zijn mond stopt. In deze fase kun je zijn fijne motoriek al stimuleren met spannend speelgoed.
Let op: Het toenemende vermogen tot interactie betekent dat het kind meer aandacht nodig heeft.
1.3 Het derde kwartaal wordt gekenmerkt door beweging
De baby is een peuter geworden en leert zitten. Ook de motoriek wordt interessant: grijpen en pogingen om te kruipen wijzen erop dat het ouderlijk toezicht steeds zwaarder wordt. Het kind wisselt voorwerpen van de ene hand naar de andere en wordt beter in het draaien van de buik naar de rug en omgekeerd.
Tip: Zodra het kind zelfstandig kan zitten, kunt u proberen of het klaar is voor aanvullende voeding.
1.4 Het vierde trimester brengt drastische veranderingen met zich mee
Zodra het kind stevig zit, pakt het normaal gesproken de taak van het voortbewegen serieus aan: Het wil zelfstandig bepaalde punten kunnen bereiken of spannende dingen vastpakken. Het leert om zittend over de vloer te kruipen, te dichten of te glijden – sommigen slaan zelfs een of twee van deze stappen over.
Sommige kinderen trekken zich op de leeftijd van tien maanden al op aan meubels en houden zich even vast op hun wiebelige benen. Anderen doen hier wat langer over. De kinderen pakken hun drinkbeker vast en leren zelfstandig drinken. Ze klemmen ook de lepel in hun vuistje, hoewel het leren eten niet zonder moeilijkheden verloopt. Rond de leeftijd van één jaar durven de kinderen hun eerste stapjes te zetten, en op handen en voeten worden trappen heel interessant voor hen.
2. zo verloopt de motorische ontwikkeling in de kindertijd
Wanneer je kindrond de leeftijd van 13 tot 15 maanden begint te lerenstaan en lopen, heeft het jouw hulp nodig: Het bevorderen van je kind in deze fase gaat bijna altijd gepaard met rugpijn. In het tweede levensjaar begint het kind dingen vast te pakken met duim en wijsvinger en kan het bijvoorbeeld al een waskrijtje vasthouden. Het heeft een sterke ontdekkingsdrang en geen besef van gevaren, daarom is een kindveilig huis absoluut noodzakelijk.
Vanaf drie jaar kun je ook de grove motorische ontwikkeling van het kind sterker bevorderen: Nadat de meesten op de leeftijd van ongeveer achttien maanden al vrij snel op eigen benen staan, wordt speelgoed als Bobby-Cars en later ook loopfietsjes nu interessant. Ze zorgen voor een nieuwe manier van bewegen en trainen andere spieren en het evenwichtsgevoel.
3 De kleuterleeftijd brengt veel verfijningen met zich mee
Inde kleuterschool worden zowel de fijne als de grove motoriek gestimuleerd: De kinderen schilderen en tekenen, knippen contouren uit met een kinderschaar, ravotten en klimmen op de speelplaats, rijden op stepjes of maken plezier met stuiterballen. op kleuterleeftijd kunnen kinderen bij wie het evenwichtsgevoel goed genoeg getraind is ook gaan fietsen. Ze lopen zelfstandig trappen op, kunnen op één been staan en huppelen en een bal vangen.
4. wat te doen als de motorische ontwikkeling van het kind verstoord is?
Allereerst moet duidelijk worden gemaakt dat baby’s en kinderen geen machines zijn die slaafs de maandelijkse gegevens in tabellen over de gemiddelde ontwikkeling volgen. Kinderen zijn individuele wezens die zich in hun eigen tempo ontwikkelen. Vaak is er een tendens: Sommige kinderen hebben een tragere motorische ontwikkeling maar beginnen vroeg te spreken, of omgekeerd.
Als er sprake is van een ontwikkelingsachterstand in het ene of het andere opzicht, hoeft dat niet per se een echte ontwikkelingsstoornis te zijn. Een infectie bijvoorbeeld, waarbij de peuter tegen koorts moet vechten, kan zijn vorderingen bij het zich optrekken aan de meubels met enkele weken vertragen. Dit is echter geen reden tot bezorgdheid.
Als er inderdaad sprake is van een stoornis in de motorische ontwikkeling, zal de arts dit vaststellen tijdens de U-onderzoeken, die met vrij korte tussenpozen in de kindertijd worden uitgevoerd. Hij voert tests uit om na te gaan of de baby of peuter alle dingen kan die normaal zijn. Als dit op afzonderlijke punten niet het geval is, is er geen reden tot bezorgdheid.
Alleen bij ernstige afwijkingen of verdere tekenen van een ontwikkelingsstoornis zal de arts verder onderzoek doen. Indien nodig zal hij of zij een therapie aanbevelen en advies geven over hoe u uw kind gericht kunt ondersteunen. Zo kunnen de gevolgen van de ontwikkelingsstoornis worden verzacht.
Tip: Als richtlijn geldt dat een kind uiterlijk met tien maanden moet kunnen zitten en met 20 maanden moet kunnen lopen – dan is alles binnen de perken.
5. motorische kubussen in grote en kleine maten
No products found.