Het vormt de basis voor vrij kunnen bewegen en is nodig voor alle bewegingsprocessen.
Hoewel het moeilijk is om diepteperceptie in afzonderlijke punten in te delen, zijn er toch vier punten die de relevantie van kinesthetische perceptie duidelijk maken.
Als er geen sprake is van een perceptuele stoornis, kunt u de kinesthetische waarneming spelenderwijs verbeteren. U kunt hier enkele oefeningen vinden.
Onder kinesthetische waarneming verstaan we het vermogen om individuele bewegingen onbewust te sturen op basis van de omgeving, kortom de perceptie van beweging.
In ons artikel leer je wat er achter deze wat vage definitie zit, in hoeverre het nodig is om de kinesthetische waarneming te bevorderen, en welke spellen en oefeningen daarvoor geschikt zijn.
Inhoudsopgave
1. kinesthetische waarneming lijkt natuurlijk

Willen kinderen kunnen kruipen en lopen, dan moet hun waarneming zo goed functioneren dat de positie in de ruimte ten opzichte van hun eigen lichaam correct wordt ingeschat.
Ook al lijkt dit mettertijd vanzelfsprekend, het voorbeeld van beweging laat relatief goed zien dat hiervoor een complex samenspel nodig is tussen spieren, pezen, banden en de afzonderlijke zintuigen. Als slechts één schakel in deze keten niet goed functioneert, is het bewegingsgevoel verstoord.
De kinesthetische waarneming omvat echter niet alleen het gebruik van het gezichtszintuig met het lichaam, maar betreft alle zintuiglijke ervaringen waarvoor een samenspel van verschillende factoren noodzakelijk is.
Om bijvoorbeeld te kunnen springen moet de positie in de ruimte juist worden ingeschat, zodat de spieren op precies het juiste moment aanspannen. Alleen op die manier is het mogelijk van de grond te komen en vervolgens weer veilig te landen.
Wat er tijdens de waarneming precies in het hoofd gebeurt, zie je in deze YouTube-video:
2 De classificatie van kinesthetische waarneming
Er zijn talloze verschillende ervaringen waarbij de kinesthetische waarneming van elementair belang is. Grofweg kan het gebied worden verdeeld in vier subcategorieën:

- Positiegevoel: Dit gebied omvat de positie van de gewrichten ten opzichte van elkaar. Zonder onze ogen te openen, kunnen we voelen in welke positie onze armen en benen zich bevinden. Reeds geautomatiseerde bewegingsreeksen zijn dus ook mogelijk met gesloten ogen.
- Bewegingszin: De bewegingszin stelt kinderen in staat om zowel de snelheid als de exacte positie van de beweging te classificeren zonder een beroep te hoeven doen op andere zintuigen. Het is bijvoorbeeld mogelijk om een dartpijltje naar een doelwit te gooien.
- Gevoel voor kracht: Naast de exacte beweging is vooral de dosering van de eigen kracht een grote uitdaging voor kinderen. Vooral bij schilderen en tekenen blijkt hoe weinig spierkracht nodig is om een tekening te maken.
- Gevoel voor spanning: De beheersing van de intensiteit van de spanning van de spieren stelt ons in staat de spieren bewust te ontspannen of juist te verharden, zodat bijvoorbeeld een stoot kan worden opgevangen.
Tactiel-kinesthetische waarneming breidt dit bereik uit tot sensaties op de huid, zoals warmte en kou of pijn en druk.
3. mogelijkheden om de kinesthetische waarneming bij kinderen te bevorderen
Kinderen moeten veel verschillende zintuiglijke waarnemingen doen om hun kinesthetische waarneming te verbeteren.
Of het nu thuis, op de kleuterschool of in de crèche is, kinesthetische waarneming kan overal worden bevorderd.
Sport verbetert met name de motorische vaardigheden en de eenmaal aangeleerde bewegingspatronen worden geconsolideerd.
Kinderen met een goed gevoel voor evenwicht en balans kunnen zich bijvoorbeeld veilig bewegen op een trampoline, ook al hebben ze dat nog nooit geprobeerd.

Als informatie eenmaal is onthouden, zorgt dat ervoor dat de waarneming ook op andere gebieden verbetert.
Om de verschillende vaardigheden te trainen en een gevoel voor kracht, spanning en snelheid te ontwikkelen, kunt u de volgende spelletjes proberen:
3.1 Bevriezen
Bij dit bewegingsspel moeten de kinderen op hol slaan. Zodra de muziek stopt, blijven de kinderen op hun huidige positie staan.
3.2 Langzame beweging
Het uitvoeren van de beweging in slow motion, dus heel langzaam, vereist een goed begrip van de volgorde van de beweging en laat heel duidelijk zien op welk gebied kinderen zich nog moeten verbeteren. Zo kan bijvoorbeeld een onzuivere werpbeweging met de bal worden gecorrigeerd.
3.3 Tekeningen in de lucht
Laat kinderen eenvoudige figuren in de lucht tekenen met hun handen of voeten. Dit verbetert de verbinding tussen de innerlijke verbeelding en de uitvoering van de beweging.

3.4 Dierlijke beweging
Elk kind in een groep mag om de beurt kiezen welk dier alle kinderen moeten nadoen. Bij het huppelen als een kikker of het kruipen als een roofkat worden de verschillende zintuigen uitgedaagd.
Breid de opdracht uit met het aspect taal door alle kinderen ook de dierengeluiden te laten nadoen.
3.5 Rug aan rug
Bij dit spel moeten de kinderen rug aan rug gaan zitten en samen opstaan zonder hun armen te gebruiken. Dit vereist een nauwkeurige coördinatie van kracht met de partner. Soms is dus meer, soms minder spanning nodig.
3.6 Dingen voelen
Vul een ondoorzichtige doos met verschillende alledaagse voorwerpen en laat de kinderen ontdekken wat ze zijn door eraan te voelen.
Tip: De speeltuin biedt veel mogelijkheden om de waarneming van kinderen te bevorderen. De kleintjes kunnen bijvoorbeeld klimmen, schommelen, glijden, schommelen en hun evenwicht trainen op een hobbelpaard.
4. herkennen van een stoornis in de kinesthetische waarneming

Omdat kinderen zich heel verschillend ontwikkelen en er soms aanzienlijke ontwikkelingssprongen mogelijk zijn, is het niet altijd eenvoudig om een stoornis in de kinesthetische waarneming te diagnosticeren.
In het algemeen gedragen kinderen met een slechts zwak ontwikkelde kinesthetische waarneming zich onhandig. Zij vallen relatief vaak, hebben vaker schrammen en bewegen zich onhandig.
Het is voor hen moeilijk om hun eigen positie in de ruimte correct in te schatten. Bovendien hebben kinderen met een verminderde waarneming grote moeite om een gedrag te imiteren.
Afhankelijk van hoe uitgesproken de waarnemingsstoornis is, lijdt ook de spraak eronder. In de meeste gevallen is de motorische functie van de tong gestoord, met als gevolg een onzuivere uitspraak.
Let op: Als u de indruk heeft dat de kinesthetische waarneming van uw kind gestoord is, praat dan met uw kinderarts over mogelijke therapiemogelijkheden. Een bezoek aan een ergotherapeut of logopedist kan de tekorten soms heel goed compenseren.
Over het verband tussen kinesthetische waarneming en spraakproblemen kunt u meer lezen in deze tekst van het Universitair Ziekenhuis Erlangen.
5 Meer informatie over kinesthetische waarneming
No products found.