- Epilepsie komt vooral bij baby’s voor.
- Complicaties tijdens de zwangerschap of geboorte zijn vaak de oorzaak van epilepsie.
- Baby’s en kleine kinderen met epilepsie worden behandeld met medicijnen, zodat ze zo aanvalsvrij mogelijk kunnen leven.
Zuigelingen en baby’s kunnen nog niet goed communiceren met hun omgeving. Daarom is het voor ouders soms moeilijk om ziekten te herkennen. Dat geldt ook voor epilepsie bij baby’s, want niet elke epileptische aanval is gemakkelijk te herkennen. Leer meer over de verschillende vormen van epilepsie, de tekenen ervan en mogelijke behandelingen.
Inhoudsopgave
1. epilepsie bij baby’s: de symptomen zijn zelden duidelijk.
Afhankelijk van het type epilepsie kunnen de symptomen relatief duidelijk of moeilijk te interpreteren zijn. Bij milde epileptische aanvallen bewegen de ogen van de baby merkbaar. Ze draaien of kantelen zijwaarts. Er zijn ook smakkende bewegingen en roeiende bewegingen van de armen en benen. Bij ernstigere aanvallen kunnen spiertrekkingen en krampachtige bewegingen worden waargenomen.
Sterke krampen en ritmische bewegingen van de romp en heupen horen bij ernstige epileptische aanvallen.
Of het een vorm van epilepsie is en zo ja, welke, kan worden vastgesteld door diagnose door medisch specialisten.
Aangezien de ziekte beter kan worden herkend als de symptomen zo goed mogelijk worden begrepen, is het de moeite waard een typische aanval op video op te nemen.
Let op: Ouders moeten altijd een arts raadplegen als het kind zich abnormaal gedraagt.
2. vaak onduidelijk: oorzaken van epilepsie bij baby’s
Epilepsie is een aandoening die op elke leeftijd voor het eerst kan optreden.Epileptische aanvallen komen echter vooral voor in de vroege kinderjaren en bij ouderen. Het is moeilijk vast te stellen wanneer en hoe vaak pasgeborenen of zuigelingen epileptische aanvallen krijgen. Het valt echter op dat premature baby’s er bijzonder vaak door worden getroffen.
De redenen hiervoor liggen in de complicaties die bij premature baby’s kunnen optreden. Er zijn moeilijkheden tijdens de geboorte, er kan zuurstofgebrek optreden. De gevolgen kunnen hersenbeschadigingen zijn die leiden tot epileptische aanvallen.
Vormen van epilepsie bij baby’s: vaak ernstige vormen van de ziekte
Hoe epilepsie zich manifesteert varieert sterk. Als de oorzaak ligt in complicaties tijdens de geboorte, die leiden tot een zuurstoftekort, treden naast de epileptische aanvallen vaak andere symptomen op.
Epileptische aandoeningen zoals het syndroom van Dravet of vroege myoclonische encefalopathie kunnen daarentegen ook vrij plotseling optreden. Het verloop van een epileptische aandoening hangt in beslissende mate af van het type, de behandeling en de bijkomende ziekten.
3. neonatale aanvallen: Onmiddellijk na de geboorte
Pasgeboren aanvallen worden door artsen gedefinieerd als alle epileptische aanvallen die optreden in de eerste 48 uur na de geboorte.
3.1 Oorzaken en prognose:
De oorzaak van deze vorm van epilepsie is meestal te wijten aan een verstoorde hersenactiviteit door zuurstofgebrek voor of tijdens de geboorte.
Andere oorzaken kunnen zijn:
- Infecties
- Trauma
- Herseninfarcten
- Metabole stoornissen
- Lichamelijke misvormingen
Afhankelijk van de oorzaak van een neonatale aanval kunnen de symptomen en de prognose sterk variëren.
Vaak worden de aanvallen in het begin niet opgemerkt.
Als de baby’s onmiddellijk worden behandeld, zijn de vooruitzichten voor ongeveer de helft van hen goed en kunnen zij aanvalsvrij leven. De ontwikkeling kan dan als vrijwel normaal worden beschouwd. Ongeveer een derde van de baby’s lijdt echter de rest van hun leven aan een chronische vorm van epilepsie.
4. vroege myoclonische encefalopathie: spasmen en focale aanvallen
Vroege myoclonische encefalopathie is een van de ernstige vormen van epilepsie die in de eerste levensdagen van een baby wordt vastgesteld. Hierbij zijn er aanvankelijk opvallende spiertrekkingen die de lichaamshelften asymmetrisch treffen en elkaar afwisselen. Dit wordt gevolgd door epileptische aanvallen, maar de kinderen zijn bij bewustzijn en kunnen de aanval “meemaken”.
In de derde fase treden tonische epileptische spasmen op, waarbij sprake is van verkramping en buiging van hoofd, heupen en bovenlichaam.
4.1 Oorzaken en prognose:
De oorzaken van deze ernstige vorm van epilepsie zijn niet duidelijk. Genetische mutaties worden vermoed. Baby’s met vroege myoclonische encefalopathie hebben een slechte levensverwachting; de helft van de kinderen overlijdt in de eerste weken en maanden van het leven. Getroffen kinderen die de acute ziekte overleven, lijden aan ernstige geestelijke en lichamelijke handicaps.
5. ohtahara syndroom: langdurige spasmen
Het Ohtahara-syndroom treedt op in de eerste levensdagen van de baby. Er treden tonische spasmen op, die zich uiten in langdurige krampen en spanningen van het lichaam.
Het syndroom staat ook bekend als vroege infantiele epileptische encefalopathie met onderdrukkingsuitbarstingen. Bij het Ohtahara syndroom vertoont het EEG een speciaal ontladingspatroon dat artsen “supression bursts” noemen.
5.1 Oorzaken en prognose:
De oorzaak van deze vorm van epilepsie is meestal te wijten aan een slechte ontwikkeling van de hersenen.
De meeste baby’s sterven in de eerste weken en maanden van hun leven, en de overlevende kinderen zijn de rest van hun leven ernstig beperkt door ernstige lichamelijke en geestelijke handicaps.
In de loop van de ziekte kan het Ohtahara-syndroom overgaan in een andere vorm van epilepsie, zoals het West-syndroom of het Lennox-Gastaut-syndroom.
6 West-syndroom
Deze vorm van epilepsie valt vooral op door de symptomen. Bij een aanval treden tussen de derde en twaalfde levensmaand voor het eerst zogenaamde “flash-Salaam convulsies” op. Dit zijn kortdurende krampen die als bliksemschichten door de baby’s gaan.
Tegelijkertijd is er een ritmische buiging van hoofd en romp. Bovendien gooit het kind de armen omhoog en naar voren, wat lijkt op de Oosterse groet. Flitsaanval – knikaanval – salaamaanval: Deze drie aanvallen treden gelijktijdig op in series van tien tot honderd aanvallen, slechts onderbroken door enkele seconden. Het Westsyndroom treedt meestal op na het ontwaken of voor het inslapen.
6.1 Oorzaken en prognose:
Deze vorm van epilepsie wordt meestal veroorzaakt door schade aan de hersenen die optreedt tijdens de zwangerschap, de bevalling of kort daarna. Het syndroom van West kan echter ook optreden zonder een onderliggende of aanwijsbare oorzaak.
In dat geval is de kans het grootst dat er geen verdere ontwikkelingsstoornissen optreden.
Hersenschade gaat vaak gepaard met andere lichamelijke en geestelijke schade en handicaps. Meer dan de helft van de getroffen kinderen ontwikkelt andere vormen van epilepsie, zoals het Lennox-Gastaut syndroom.
Dravetsyndroom
Het Dravet-syndroom is een bijzonder ernstige vorm van epilepsie. Het komt voor in het eerste levensjaar, met een aanzienlijke incidentie in de vijfde levensmaand. Tijdens een aanval krijgen baby’s koortsstuipen met sterke spiertrekkingen, myoclonische trekkingen, atypische absences en complex-focale aanvallen. Het Dravetsyndroom wordt ook wel ernstige myoclonische epilepsie genoemd.
7.1 Oorzaken en prognose:
Het Dravetsyndroom wordt veroorzaakt door een genmutatie die storingen veroorzaakt in de elektrische ontladingen van zenuwcellen. Alle getroffen baby’s en kinderen lijden aan geestelijke en lichamelijke handicaps die hen ernstig beperken. Ongeveer 15 procent van de kinderen overlijdt vroegtijdig.
Vorm van epilepsie |
Symptomen |
Prognose |
---|---|---|
Aanvallen bij pasgeborenen | Epileptische aanvallen in de eerste 48 uur na de geboorte | Ongeveer de helft van de kinderen kan aanvalsvrij leven indien snel behandeld, een derde lijdt langdurige schade |
Vroege myoclonische encefalopathie | In de eerste levensdagen: spiertrekkingen, stuiptrekkingen en aanvallen met volledig bewustzijn | Ernstige geestelijke en lichamelijke handicaps, een groot deel van de kinderen overlijdt in de eerste weken en maanden van het leven. |
Ohtahara syndroom | In de eerste levensdagen: langdurige stuiptrekkingen en spanningen | Ernstige geestelijke en lichamelijke handicaps en verdere epilepsie, de meeste kinderen sterven in de eerste weken en maanden van het leven. |
West syndroom | Tussen de 3e en 12e levensmaand: ritmisch buigen, korte spasmen (bliksemaanvallen), armen heen en weer gooien (bliksemsalaamspasmen) | Als de oorzaak onduidelijk is, vaak een goed ontwikkelingsverloop; als de oorzaak hersenbeschadiging is, vaak verdere geestelijke en lichamelijke handicaps |
Dravet syndroom | In het 1e levensjaar: absences (bewustzijnsstoornissen), convulsies, ernstige aanvallen met koortsstuipen | 15 procent van de kinderen overlijdt vroegtijdig, anderen hebben ernstige geestelijke en lichamelijke handicaps. |
8. niet-epileptische aanvallen: infant myoclonia
Niet alle abnormale aanvallen bij baby’s zijn het gevolg van epilepsie. Zogenaamde infant myoclonia komen bijzonder vaak voor.
Hierbij hebbenbaby’s tussen de eerste en zesde levensmaand spiertrekkingen die kunnen worden onderbroken door een arm of been vast te houden.
Daarnaast kunnen in geïsoleerde gevallen symptomen als ademhalingspauzes, sterke arm- en beenbewegingen of oogtrillingen worden waargenomen. Infantiele myoclonieën zijn goedaardige aanvallen die geen hersenbeschadiging veroorzaken.
9. Hoe wordt epilepsie bij baby’s behandeld?
Epilepsie moet ook bij baby’s therapeutisch worden behandeld. Afhankelijk van het type epilepsie worden ze heel vaak met medicijnen behandeld.
(Kleine) kinderen die een ketogeen dieet eten hebben vaak minder medicatie nodig. Koolhydraten worden bijna volledig vermeden en er wordt vooral veel vet gegeten: Vlees, vis, groene groenten, eieren en zuivelproducten vormen de basis van het dieet.
Vanaf ongeveer de zesde maand, wanneer met aanvullende voeding wordt begonnen, kan een speciaal dieet worden overwogen.
Bij bijzondere vormen van epilepsie kan door een chirurgische ingreep in de hersenen een vermindering van de aanvallen of zelfs het verdwijnen van de aanvallen worden bereikt. Het doel van alle behandelmethoden is altijd vrijheid van aanvallen en de best mogelijke ondersteuning van de ontwikkeling van de lichamelijke en geestelijke gezondheid van het kind.
In het algemeen is de prognose goed: 70 procent van de kinderen die op jonge leeftijd aan epileptische aanvallen leden, zijn op latere volwassen leeftijd aanvalsvrij.